Archieven

Dit bericht is 1208 keer gelezen

Aarzelend liep de vrouw naar het halletje bij de voordeur. Ze nam haar jas van het haakje, maar stopte abrupt met haar beweging toen ze het geluid van voetstappen hoorde. Gespannen volgde ze het wegstervend getik. Ze trok haar jas aan, deed de deur van de ketting en keek door een kier de straat in.

 Alles leek rustig. Ze slaakte een diepe zucht en stapte de ochtendschemering in. Even verderop glansde het licht van de tramhalte, het was maar een kort stukje, toch zou ze zich daar een stuk veiliger voelen.

Nee, dit is niet het begin van een spannende thriller. Deze scène ging door mijn hoofd nadat ik gelezen had over een voorstel van een Amsterdamse wethouder over het inrichten van ‘intimidatievrije zones.’  Ja, u leest het goed. Ik moest het ook even laten indalen. Zoals ik het begreep zouden er dus gebieden moeten worden aangewezen waar je er zeker van zou zijn dat je niet werd lastig gevallen. Dat houdt volgens mij dan automatisch in dat je daarbuiten vogelvrij bent. Of zie ik dat verkeerd? Enfin, het voorstel heeft het niet gehaald dat zal duidelijk zijn.

‘Intimidatievrij’ is dan nog een begrip waarbij ik me iets kan voorstellen. Daarvoor voldoet mijn kennis van onze moedertaal nog wel. Een taal leeft, gaat met de tijd mee, nieuwe begrippen ontstaan, niks mis mee. Maar ik moest me onlangs wel achter de oren krabben toen ik vaststelde dat ik iets had gedaan dat ik niet kende. Ik had me namelijk onledig gehouden met ‘bingewatchen.’ Nee het is niet strafbaar, googel het maar. Het kost me hier te veel tekstruimte om het uit te leggen. Zo zijn er nog veel meer begrippen waar mijn generatie de wenkbrauwen bij optrekt, maar intuïtief weet dat het geen gemis is wanneer je niet direct begrijpt waar het over gaat. Het zijn bestaande begrippen met een modern sausje overgoten, zoals de naaister in mijn jeugd een oude jas keerde om er weer een ‘nieuwe’ van te maken. Nee, ik was er niet blij mee, voor alle duidelijkheid. Ik liep er mee voor joker. Heb er nog net geen trauma aan overgehouden.

Maar goed, over die begrippen; ik noem wat voorbeelden: podcast, streamen, narratief, in the cloud, derogatie (die moest ik opzoeken), we vloggen en bloggen. enz.  De mens heeft nu eenmaal de neiging om dingen graag belangrijker voor te stellen dan ze zijn. Simpele zaken worden plots interessant wanneer ze van een andere naam worden voorzien. De beenhouwer van vroeger werd slager. Dat klonk al een stuk minder luguber. Verder was daar niet veel van te maken.  De broodboetiek en de groentejuwelier daarentegen klinken veel sjieker dan de bakker en de groenteboer. Of de barberstylingshop die de aloude herenkapper vervangt. Ik vind het prachtig om te zien hoe dit soort fratsen wordt uitgehaald en hoe de mensheid er instinkt.

 Onlangs zag ik echter een paar nieuwe kralen aan de begrippenketting geregen worden. Houd u vast: Een ‘kozijnenbelevingsruimte’ en een ‘koekjesinnovatiecentrum.’  Er was ook nog een reclame van een ‘baby-dump.’  Ik zie het helemaal voor me. Je komt de kozijnenbelevingsruimte binnen en dan? Ga je een raam openzetten en naar buiten kijken, een beetje overhangend, om te voelen hoe het ‘hangt?’ Ik heb werkelijk geen idee. Het koekjesinnovatiecentrum roept trouwens ook geen gevoel van triomferende wetenschap op, geen Hollands glorie, om maar te zwijgen van de baby-dump. Goed, die laatste zal niet letterlijk zo bedoeld zijn. Toch is het oppassen geblazen. Voor hetzelfde geld breng je een stel dat met een krijsende bundel dampende luiers op de achterbank langs zo’n dump rijdt op een idee.

Een van mijn bonuskleinzoons die in België woont begint zich het Vlaams al redelijk eigen te maken. Onlangs vroeg ik hem hoe een boterham met chocoladehagelslag in het Vlaams heet. “Een bôke met muizenpoepjes opa”. Kijk, dat is heldere taal, ik keur het goed.

Dit bericht is 1208 keer gelezen

Deel dit:

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meld je aan voor onze nieuwsbrief