Dit bericht is 1477 keer gelezen
IIk ben op weg naar Berkenwoude, een dorp waarvan je rustig kunt zeggen dat het is ‘neergevlijd’ in het hart van de Krimpenerwaard. Berkenwoude wordt door haar inwoners ook wel liefkozend ‘Perkouw’ genoemd. Wat maakt Berkenwoude bijzonder? Wat vind je er? Om eerlijk te zijn; niet veel. Buiten een rijwielhandelaar en een kapsalon zijn er op het eerste gezicht geen winkels en geen kroegen, dingen die het leven toch een stuk aangenamer maken. Wanneer je er niet moet zijn is er geen reden om er doorheen te rijden. Het ligt op geen enkele route. Er staan ook nergens grote borden die de nakende vestiging van een bedrijf aankondigen, of de ontsluiting van een bedrijventerrein, zodat het dorp mee kan hollen met de vooruitgang.. Maar waarom gaan mensen er dan wonen? Wat is het geheim? Dat wil ik weten.
Wanneer ik het dorp via de Zuidbroekse Opweg nader, zie ik een kerktorentje parmantig boven het groen uitsteken. Links van me staat een aantal bungalows waar in een ervan ooit de Kilima Hawaiians woonden. Maar dat is niet het Berkenwoude dat ik wil zien en wil begrijpen. Dat begint pas wanneer je door de grote kromming bent gereden en op het Oosteinde staat, een weg met aan twee kanten knotwilgen en water en boerderijen aan de overkant van de sloot. Ik lees 1667 op een boerderijgevel. Het is nu waarschijnlijk geen boerderij meer. Hij staat nog mooi recht overeind. Gelukkig wordt hier niet naar gas geboord, denk ik ineens.
Wanneer er een Oosteinde is, kun je er vergif op innemen dat er ook een Westeinde zal zijn. En zo is het ook. Ik passeer een enorme kerk die onlangs is gebouwd en kom na minder dan een kilometer op het ‘Voordorp’ zoals dat vroeger heette. Die naam bestaat nu geloof ik niet meer. Het Oosteinde eindigt hier abrupt en gaat over in het Westeinde. Ik ga echter rechtsaf de Dorpsstraat in. Er komt een meisje met een pony aangewandeld, ze loopt ermee alsof ze haar hond uit laat. Ze draagt een bloemetjesjurk en heeft vlechten in het haar. Alles ademt rust. Ze lacht naar me. Het lijkt hier de wereld van Ot en Sien. De schaarse passanten groeten me allemaal even vriendelijk. Geen enkele onderzoekende of wantrouwende blik valt me ten deel. Ik weet dat ik dat niet moet idealiseren. Om in een lege smalle straat voor je uit te kunnen blijven kijken wanneer je een tegenligger treft, moet je wel bijzondere botte genen hebben. Maar ik krijg niettemin het gevoel dat ik dicht bij de ontrafeling van het geheim van Berkenwoude ben.
Er staat een statig pand met kettingen tussen paaltjes aan de rand van de straat. “Daar woonde vroeger de burgemeester” vertelt de vrouw die de ramen van haar huis even verderop staat te zemen. Nadat ik het doel van mijn komst heb uitgelegd raken we in gesprek Ze woont hier haar hele leven al zegt ze.” Nee, ik ga hier hopelijk ook dood, maar dat mag nog wel even duren hoor” schatert ze, wanneer ik haar vraag of ze ooit heeft overwogen uit het dorp te vertrekken. “Het lijkt een dooie boel, maar vergis je niet, het stikt hier van de verenigingen. Iedereen is wel ergens lid van. En kerken natuurlijk. Ik ben zelf niet gelovig, maar het merendeel hier wel. En als ze het een keer niet eens zijn met elkaar, beginnen ze met wat gelijkgestemden een eigen kerk in een boerenschuur. Kunstenaars hebben we hier ook veel. Ik denk dat ze hier inspiratie krijgen door de rust. Er is vandaag een expositie in de kerk en aan het eind van de Kerkweg, in de bocht naar de Wellepoort, is een mooie beeldentuin. Ik heb niks met kunstenaars, maar ze maken wel mooie dingen.” De logica van die opmerking ontgaat me. Ik rijd in een fijne auto, maar heb ook niks met de fabrikant.
Het kerkje voldoet helemaal aan mijn verwachtingen: Middenin het dorp – hoewel je enige fantasie nodig hebt om van een dorps-midden te spreken – omringd door bomen en wat hoger gelegen dan de rest van de omgeving. Naast de kerk ligt een begraafplaats. Door de openstaande deuren klinkt orgelmuziek, samen met het geluid van een dwarsfluit. Muziek is geen passie van me. Het leidt me af. Ik kan me niet concentreren met muziek om me heen. Ik houd van stilte. Mensen vinden het vreemd wanneer ik dat vertel. Vroeger was het anders, maar het is langzaam van me weggedreven. Toch is dit wel mooi. Ik loop naar binnen en ervaar die niet te omschrijven emotie die me altijd weer parten speelt op zo’n moment. Het overkomt me alleen in dit soort kerken. Die steriele moderne bouwsels doen me niets. Ik zou me als gelovige waarschijnlijk net zo voelen als een moslim die is opgegroeid met een koepel en een minaret en nu met zijn gebedskleed op de koude vloer van een voormalige sporthal of bioscoop zit.
Aan de wanden hangen schilderijen, er staat keramiek. Er lopen wat belangstellenden. Een aardige vrouw geeft me een papier met een overzicht van de tentoongestelde werken. De organist en de fluitiste spelen nog. Ik wil het van dichtbij beleven en klim via een smalle houten trap naar boven. De fluitiste knikt me toe wanneer ik boven kom en ga zitten. De organist kijkt even naar me vanuit zijn ooghoeken en zet zijn gevecht voort met het minieme klavier waarmee hij de muziek aan de pijpen ontworstelt. Ik herken de melodie en begin mee te neuriën om even later de woorden zacht mee te zingen. Het is er ingeramd en verlaat je nooit meer. Na een tijdje vertrek ik weer.
Buiten hangt de dorpsjeugd, vijf man sterk, bij het beeld van een startende zwaan. Ze zeggen niets, ze hangen, omdat hangjeugd dat nu eenmaal doet. Op deze plek begint de Kerkweg en loopt rechtdoor de polder in. Die route neem ik later. Terug naar het begin van de Dorpsstraat en rechtsaf het Westeinde in. Ook hier boerderijen, huizen om bij weg te dromen, water en knotwilgen. Bessentuin De Rode Mus lees ik op een bord bij een huis met veel bomen erachter. Er tegenover staat een boerderij met aan de topgevel de mysterieuze tekst ‘dwaal ik, wacht u.’ Berkenwoude ligt achter me, het is hiervandaan al niet meer te zien. Ik heb het geheim in me zitten, ik voel het. Alleen de code moet nog gekraakt worden.
Roel Botter is secretaris bij de Historische Vereniging Bergambacht, wilt u meer informatie over deze vereniging zie https://www.historischeverenigingbergambacht.nl/
Dit bericht is 1477 keer gelezen
Wat een mooi verhaal,prettige schrijfwijze…..