Dit bericht is 14549 keer gelezen

KRIMPEN A/D LEK – Koen en Queeny werken sinds een half jaar bij brasserie Crimpenerhout en besloten in goed overleg met de eigenaren het restaurant met ingang van 1 maart over te nemen. Onder het motto ‘als we het doen, doen we het goed’ zetten zij er meteen de slopershamer in. Na anderhalve dag is er van het oorspronkelijke interieur van het veertien jaar oude restaurant nog maar weinig over en kan de wederopbouw beginnen.

Half april hopen Koen en Queeny hun restaurant op het terrein van de golfbaan langs de oever van de Surfplas te kunnen openen. Een strakke planning om die datum te kunnen halen ligt klaar en behalve aannemers steken het stel zelf en een aantal vrienden de handen uit de mouwen. Dat gaat dus wel lukken. Daarmee komt een droom die ze samen al geruime tijd hadden eindelijk uit. “Een eigen restaurant is wat we allebei graag wilden.”

Dat is niet zo vreemd want de dertigers hebben allebei al een gevarieerd horecaverleden achter de rug. Na het voltooien van zijn opleiding en een aantal jaren werkervaring vertrok de Bosschenaar Koen naar Australië waar hij gedurende drie jaar in ten minste tien restaurants ervaring opdeed. Daaronder enkele toplocaties die een ster hadden of verdienden.

Queeny Mudde is het horeca vak met de paplepel ingegoten. Haar ouders exploiteerden ruim 35 jaar de bar en het restaurant van De Drie Maenen in Ouderkerk aan den IJssel. “Op mijn achtste jaar stond ik al bier te tappen en tafels in te dekken”, blikt ze terug. “Mocht officieel natuurlijk niet, maar ik vond het leuk en mijn ouders gunden me op die manier een extra zakcentje.” Ook zij volgde een horecaopleiding en besloot na meerdere banen in de hotellerie een wereldreis te gaan maken die haar naar Azië en Australië voerde, waar zij onder meer werkte in het Sydney Opera House.

Je voelt hem al aankomen: Koen en Queeny ontmoetten elkaar aan de andere kant van de wereld, de vonk sloeg over, ze keerden samen terug naar Nederland en gingen op zoek naar een mogelijkheid om hun droom te verwezenlijken. Toen de Crimpenerhout op hun pad kwam waren ze meteen verkocht.

Ontmoetingsplaats
Om de herinnering aan hun mooie ervaringen in Australië levend te houden besloten zij hun restaurant Noosa te noemen, de naam van een populair surfstrand aan de oostkust van het continent. Als logo kozen een teken waarmee de oorspronkelijke bevolking, de Aboriginals, een ontmoetingsplaats aanduiden.

“Want dat is precies wat we beogen. We willen een plek zijn waar niet alleen golfers hun spel met een hapje en een drankje afsluiten, maar waar ook omwonenden en passanten neerstrijken voor een kop koffie met iets lekkers, een smakelijke lunch, een middagborrel, al of niet met een snack, of een uitgebreid diner.” De lunch- en dinerkaart worden geen ellenlange opsomming van allerlei gerechten maar wel gevarieerd met behalve de altijd populaire uitsmijters, broodjes kroket en biefstuk ook ieder seizoen bijzondere menu’s.

Chef-kok Koen, die zelf de keukenbrigade gaat aansturen, heeft voldoende ideeën en ervaring opgedaan om bijzondere diners samen te stellen die in de herinnering blijven hangen. “Ik streef naar originaliteit, kwaliteit, versheid en het verwerken van zoveel mogelijk streekproducten.”

Queeny wordt verantwoordelijk voor de gang van zaken in het restaurant en op het terras. Met een aantal medewerkers die van de vorige eigenaar zijn overgenomen hoopt zij er een ontmoetingsplaats te creëren waar haar gasten zich thuis voelen en graag nog eens terugkomen.

Food-truck
Na de opening in april is restaurant Noosa zeven dagen per week geopend. Vanaf 9.00 uur tot de laatste gast is vertrokken. Zodra het weer mag gaat het terras meteen al open en nu al kunnen bezoekers terecht bij een food-truck waar zij drankjes en hapjes kunnen bestellen en meenemen.

In een tijd waarin de horeca het bepaald niet gemakkelijk heeft durfden deze jonge ondernemers aan iets nieuws te beginnen. Het succes is hen van harte gegund.

Dit bericht is 14549 keer gelezen