Dit bericht is 1195 keer gelezen
Ik was een jaar of 12 toen ik mijn eerste boekje over sterren en planeten kreeg. Gewapend met een rood lampje, om mezelf niet te verblinden in het donker, speurde ik aan de hand van de sterrenkaarten de donkere hemelkoepel af, op zoek naar Orion, de Pleiaden en de Poolster die in het verlengde ligt van twee sterren in de Grote Beer.
Vanaf mijn prille jeugd was ik al gefascineerd door sterren en planeten. Vroeg me af wat daar zou zijn. Nu, met behulp van dit boekje, kregen namen eindelijk vorm. Met eerst een gewone verrekijker kreeg ik een indruk van de kraters op de maan, vond Jupiter en een aantal van haar eromheen draaiende manen en zag de schijngestalten van Venus. De volgende stap was een zelfgebouwde telescoop die 50 keer vergrootte. Verbijsterd keek ik voor het eerst in de diepe krater van Copernicus op de Maan, zag de Zee der Stilte, de Andromedanevel en vergat de tijd, totdat ik door de kou verkleumd naar binnen moest.
Het bleef altijd mijn interesse houden, maar de ‘vooruitgang,’ de race naar meer en beter, eiste haar tol. Ooit waren de nachten zwart, de hemel was bezaaid met sterren. Liep je door de polder langs een weiland dan hoorde je de koeien grazen en snuiven, maar je zag ze nauwelijks. De melkweg liep als een lichtende band vol diamanten van zuid-oost naar noord-west. Dat is voorbij, de mens won het van de natuur. Hij creëerde zijn eigen levensritme, licht en donker werden nu bepaald door een aan-uitknop. Of ik het jammer vind? Of ik terug zou willen naar hoe het duizenden jaren was? Nee, natuurlijk niet. Maar aan sommige dingen zal ik nooit wennen. Lawaai is er een van. Soms zou ik een spijkermat willen uitrollen wanneer er weer een lange sliert dreunende motoren door een stiltegebied dendert.
Toen ik in een straat ging wonen waar de verlichting alles overstraalde, was het voorbij. Mijn telescoop verdween naar de zolder. Onlang heb ik hem aan een jongetje gegeven waarin ik veel herken. Een nieuwsgierige onderzoeker, een beetje een filosoof. Hij woont op een plek waar het nog wel donker is ‘s nachts. Hopelijk ontkiemt het zaadje. Ik heb de blik nu verlegd van boven naar beneden, hoewel, wanneer ik op de Wadden of in de Achterhoek ben is het weer genieten geblazen op een heldere avond. Op de grond is het ook mooi. Ik koester een aantal plaatsen die niet iedereen kent, waar bijenorchissen en rietorchissen bloeien. Het zijn een beetje ‘mijn’ orchideeën. Is er volk in de buurt dan loop ik door. Een stukje trilveen met zonnedauw, je loopt er achteloos aan voorbij wanneer je het niet weet. Ze lijken zo onschuldig met die vochtpareltjes op de haren. Maar ze zijn meedogenloos. Elk insect is reddeloos verloren wanneer het ermee in aanraking komt
De sterren uit mijn jeugd zijn hier nauwelijks nog zichtbaar. We hebben nu andere. Sommige doen echt hun best om de leegheid van het universum te evenaren door een tonnen kostende tassenverzameling aan te leggen. Ze verschijnen in de media en vertellen ons hoe we moeten leven. Ze hebben overal verstand van. Ze hebben ooit een rolletje in een tv-serie gehad en duiden nu heel deskundig het oorlogsgebeuren in Oekraïne. Vaccineren of niet? Klimaatverandering? Luister naar de sterren en u hoeft niet meer na te denken. Ongevraagd werpen ze zich op als on-line hulpverlener van uw dochter. Dat het dan wel eens mis gaat, ach dat kan gebeuren, maar verder maken ze het leven begrijpelijk en overzichtelijk We hoeven niet meer te piekeren en te millimeteren op deze kosmische korrel die Aarde heet. Alles staat tenslotte in de sterren geschreven.
Update: Binnenkort op Marktplaats; de collectie van Sylvie M. voor de helft van de prijs. Vijftien ruggetjes voor een tassie.
Dit bericht is 1195 keer gelezen
Recente reacties